Je eigen pad volgen

Het is een zonnige dag. Josje kijkt vanaf het paard neer op de glinsterende kale kop van haar vader Marouf. Samen voltrekken ze de lange reis door de bergen, op weg naar hun toekomst. Op weg naar hun nieuwe thuis. De lucht trilt boven de horizon. Met elke stap die ze zetten, lijkt de horizon zich ook verder weg te verplaatsen. Josje maakt zich niet druk. Ze vertrouwt op Marouf. Haar vader weet altijd de weg.

Het duurt niet lang of ze passeren een groepje oude vrouwen bij de rivier. Ze wassen hun grote stapels kleding in de koude stroom van bergwater. Als ze dichterbij komen verstomt hun gesprek. Met een afkeurende blik komt een van de dames wijzend op Josje af. “Durf jij wel!”, roept ze; ”Die oude man maar lopen in deze hitte, terwijl jij met je jonge benen op het paard zit te niksen? Je zou je moeten schamen!”. Met een rood hoofd springt Josje gauw van het paard af. Zo liepen ze altijd, zo lang ze zich kon herinneren. Vader met de teugels in zijn hand voorop, Josje op het paard de omgeving afspeurend. “Ik wil dat jij op het paard gaat zitten, vader”. Beschaamd ruilt Josje haar plaats met Marouf. Ze neemt de teugels van het paard en ze gaan weer verder richting de horizon en hun nieuwe thuis.

Met Marouf op het paard en Josje voorop, kruisen ze een mooie vallei vol bloemen. De bloemen hebben alle kleuren van de regenboog. Vlinders vliegen van bloem naar bloem en een zacht gezoem van bijen die op jacht zijn naar verse honing dringt Josjes oren binnen. Josje geniet volop van dit stukje van de reis. “Wat prachtig vader! Zie al die kleuren!”, Vanaf het paard klinkt uit de mond van Marouf een bewonderende zucht. “Het leven is zo mooi”, mompelt hij.

Terwijl ze het grote veld vol bloemen doorkruisen, zien ze ineens een man met een gekke hoed en een rokend blik in zijn hand. “Dat is een imker” verduidelijkt Marouf aan Josje. “Die verzamelt de honing van de bijen, zodat wij het kunnen gebruiken voor op ons brood of bij de lekkere honingkoekjes waar jij zo van houdt”. “Laten we gedag zeggen, ik zou best wat honing lusten”, zegt Josje, waarna ze het paard aan zijn teugels richting de man leidt. Aangekomen bij de man, ziet Josje dat er onder de hoed geen vriendelijk gezicht schuil gaat, zoals ze hoopte.

Met een zijn neusvleugels wat opgetrokken in een norse blik, sist de imker tegen Marouf: “Durf jij wel oude gek! Jij lekker op je luie reet op dat paard en die jonge meid maar zwoegen? Heb jij geen trots?” Beschaamd maken Josje en Marouf zich snel uit de voeten.  Dan maar geen honing, denkt Josje. “Kom”, zegt Marouf; “Misschien had die onvriendelijke man wel gelijk. We gaan wel samen op het paard zitten”.

Samen zittend op het paard, vervolgen Marouf en Josje hun reis. Ze kruisen dichte stukken bos en open landerijen met goudglanzend graan. De zon blijft onverminderd schijnen. Het maakt de reis zo aangenaam, dat Josje even denkt dat ze op vakantie zijn, in plaats van op weg naar hun nieuwe thuis. Als hun magen beginnen te knorren, besluiten ze dat ze bij het volgende huisje dat ze tegenkomen even zullen stoppen om wat brood te eten. Misschien dat de bewoners ze wel wat vers water willen geven.

In de verte ziet Josje rook kringelen uit de schoorsteen van een steenoven. “Kijk, vader! Daar kunnen we even pauzeren, zo te zien is er iemand thuis! Misschien bakken ze verse broodjes!” Bij het erf worden ze begroet door een boer en boerin. Het is niet de vriendelijke begroeting waar Josje op had gehoopt. Ze roepen al voor ze bij het erf zijn aangekomen; “ Durven jullie wel! Met zijn tweeën op dat arme paard? In deze volle zon?”

Gauw springen Josje en Marouf van hun paard. Ze besluiten toch maar niet te stoppen voor de lunch en lopen gauw door, in de richting van het bos. In het bos aangekomen stoppen ze voor een korte picknick van brood met een homp kaas. “Het is niet zo ver meer”, zegt Marouf. “Laten we het laatste stuk maar allebei gaan lopen”.

Samen vervolgens ze te voet de reis door het bos. Het paard sjokt achter ze aan. Josje geniet van alles wat ze om zich heen ziet. Een hert, konijnen, een vos, vogels en eventjes dacht ze zelfs een uil te zien. De struiken in het bos zitten vol met bessen. Met een rode mond van het snoepen lopen Marouf en Josje het bos weer uit. Inmiddels begint de zon laag aan de hemel te staan. Ze zijn bijna bij hun bestemming, hun nieuwe huis. In de verte ziet Josje de eerste huizen al. Dat moet ons nieuwe dorp zijn!, denkt ze. Vanuit het dorp komt een groepje mannen hun tegemoet lopen. Ze wijzen en lachen: “Hahaha, moet je die twee zien! Helemaal moe van het lopen en niemand is zo slim om op het paard te gaan zitten, wat een idioten!”

Marouf pakt de hand van Josje steviger vast. Zonder te reageren op het gelach van de mannen loopt hij met een vastberaden blik naar een klein huisje aan de rand van het dorp. Daar aangekomen knoopt hij het paard vast aan het hekje naast de deur en zoekt in zijn zak naar een sleutel. “Dit is ons nieuwe thuis Josje!”

Josje is nog steeds van slag van het geplaag van de groep mannen die ze zojuist gepasseerd zijn. “Waarom zei je niets vader? Ze maakten ons belachelijk!”
“Josje”, spreekt Marouf;” Als er iets is wat we vandaag hebben geleerd, is het wel dit: Wat je ook doet, er zal altijd wel iemand niet tevreden zijn met je keuze. Daarom kunnen we maar het beste ons eigen pad kiezen en ons niets aantrekken van op- en aanmerkingen van andere mensen. Volg je hart, dan komt het altijd goed”.


‘Je eigen pad volgen’ is een kinderverhaal.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

You May Also Like
Verder lezen

Winter lockdown

              Daar gaan we weer, denkt Naomi. Deze winter wederom een lockdown. Geen restaurantbezoekjes, geen feestjes, geen avonden…
Verder lezen