Mijn baas, een lastig mens – Een hond vertelt

              Buiten regent het pijpenstelen wanneer Muffie het kantoor binnenstapt. “Brrrrrrrr!” roept hij, al schuddend met zijn vacht “Dat noemen ze hondenweer?!” Snel trippelt Muffie naar haar werkplek. Iedere keer als hij aankomt bij zijn bureau wordt hij overmand door trots. Tegen alle verwachtingen in had hij deze baan gekregen, terwijl er toch een flinke hoeveelheid mensen hadden gesolliciteerd.

                In de wandelgangen had Muffie vernomen dat de andere sollicitanten niet volgzaam en loyaal genoeg waren bevonden voor de functie als directie assistent. Dat is Muffie juist volop! Volgzaam, loyaal, gehoorzaam en met gedegen training had er op zijn cv gestaan. Er waren initieel nog wat problemen geweest met HR, vanwege hun beleid om alleen mensen aan te nemen. Muffie had ze er vriendelijk op gewezen dat HR net zo goed  Hond Resources zou kunnen betekenen. Ze hadden twijfelend geknikt en besloten het een kans te geven.

              Ineens hoort Muffie al het geklets om zich heen verstommen. Uit ervaring weet hij dat dit maar één ding kan betekenen; de baas is gearriveerd. Zoals hem is geleerd, dribbelt Muffie gauw langs de postvakken om de ingekomen stukken en de ochtendkrant voor zijn baas te pakken en klaar te leggen op diens bureau. Hij duwt nog gauw even met zijn neus tegen de bloempot met de varen in de hoek.

              De vorige dag had hij het niet kunnen weestaan om even aan de blaadjes van die gekrulde varen te snuffelen. Het was zo’n interessant gekriebel geweest dat Muffie het ook even in zijn bek had willen voelen. Het was heerlijk geweest! Helaas had het ook een flinke hap uit de plant gekost. Hopelijk zal de baas het niet opmerken nu de plant een halve slag gedraaid was.

              “MUFFIE!!”

              Verschrikt kijkt Muffie op uit zijn overpeinzingen. In de deuropening staat zijn baas. Aan zijn gezicht te zien is die niet met het beste been uit bed gestapt vandaag.
“Muffie, waar is mijn agenda?” vraagt de baas ongeduldig.
Muffie wijst met zijn snuit naar de hoek van het bureau. Op die plek ligt de agenda altijd, dat zou de baas toch inmiddels ook moeten weten? Hij ziet zijn baas onrustig naar de juiste dag bladeren. Muffie herinnert zich dat de eerste afspraak pas om 10:00 gepland staat. Dat zal de baas wel vrolijk stemmen. Zo  kan die immers eerst nog rustig zijn krantje lezen.
“Oké, bedankt Muffie, PLAATS!”  zegt  de baas, waarna Muffie geruisloos naar zijn bureau glipt.

              Zijn bureau staat net buiten het kantoor van de baas, tegenover de bureaus van de marketingmanager en diens stagiair. De marketingmanager, Marieke,  is een vrouw van midden dertig die de irritante gewoonte heeft opgevat om iedere keer als ze langs het bureau van Muffie loopt, even achter zijn oren of onder zijn kin te kriebelen. Muffie is er vanaf het begin al redelijk van overtuigd dat dit eigenlijk valt onder ongewenste intimiteiten op de werkvloer, maar aangezien geen van de andere collega’s er aanstoot aan lijkt te nemen, durft hij er niets van te zeggen.

              Eén keer is hij zo geschrokken van het ongewenste gekroel achter zijn oren, dat hij grommend zijn tanden heeft ontbloot. Dit heeft hem een stevige reprimande van zijn baas opgeleverd. Hij mocht zelfs die week die er op volgde niet meer mee naar kantoor komen. Sindsdien heeft Muffie besloten om het zo veel mogelijk te negeren, in stilte werkend aan een plan voor de ultieme wraak.  

              Gelukkig is er ook de stagiair. Deze uit Syrië afkomstige jongen van een jaar of 17, was in het begin een beetje terughoudend geweest in zijn contact met Muffie. Het duurde echter maar een dag of twee voordat ze besloten om al hun pauzes samen door te brengen. Twee keer per dag lopen ze samen door het park. Nadat Muffie heeft gepoept en geplast, discreet achter de bosjes, gaat hij altijd voor de voeten van Jaïr liggen. Die eet meestal sterk geurende boterhammen of salades, die hij af en toe deelt met Muffie.

              Tijdens deze momenten in het park is Muffie veel over Jaïr te weten gekomen. Bijvoorbeeld dat honden in Syrië niet mogen werken. Dat honden sowieso weinig respect genieten in Syrië. Jaïr vertelt over de oorlog in zijn geboorteplaats. Hij vertelt over hoe hij moest vluchten, met een bootje richting Turkije. Het bootje is een paar kilometer voor de kust omgeslagen. Samen met zijn broer, zusje en ouders heeft hij vijf dagen in de zee gedreven, zich vastklampend aan de boot.

              In Turkije moesten ze 16 uur per dag werken in een fabriek, om zo recht te hebben op een eigen veilig huisje. In een tent slapen was de andere optie, maar dan waren zijn moeder en zusje vermoedelijk verkracht of vermoord. Jaïr zegt dan altijd dat ze werden behandeld als honden. Hij zegt dit op een manier alsof dat heel erg is. Muffie begrijpt dat niet helemaal, maar besluit dat het waarschijnlijk een cultureel dingetje is. De honden in Syrië hebben het immers een stuk zwaarder dan hij zelf gewend is.

              Gelukkig heeft Jaïr zijn weg naar Nederland gevonden samen met zijn broer. Ze kunnen zelfs studeren, wat als bijkomstigheid heeft dat Jaïr een stageplek heeft bij het bedrijf waar Muffie ook werkt. Muffie had vaak het gevoel dat Jaïr getroost moest worden. Als Jaïr achter zijn oren of onder zijn bekje kriebelde vond Muffie dat dan ook helemaal niet erg. Ze waren goede vrienden.

             Muffie verveeld zich gedurende de dag regelmatig. Afgezien van wat klusjes voor de baas en de wandelingen met Jaïr, is er eigenlijk niet zoveel te doen voor hem. Dat geeft wel mooi de tijd om op internet te zoeken naar leuke grappen om uit te halen met die irritante Marieke. Hij speurt nu al uren, maar bij het lezen van dit idee begint hij per ongeluk van enthousiasme te kwijlen. Hij kan nog net voorkomen dat de lange kwijldraad de stapels enveloppes op het bureau bezoedelt. Muffie houdt van enveloppes. Voor alle uitgaande post mag hij de enveloppes dichtlikken. Met uiterste precisie dat zoetige laagje eraf likken en dan dichtvouwen. Geen sinecure zonder duimen.

              Tijd voor de grap met de marketing manager. Muffie ziet dat ze opstaat om een nieuw glas thee in te schenken voor zichzelf. Gauw glipt hij onder de bureaus door en aangekomen bij haar tas begint hij per ongeluk te kwispelen onder de tafel. Een zacht gebonk klinkt. Hij stopt een ogenblik en wacht om te horen of Marieke niet heeft opgemerkt dat hij niet meer op zijn plaats zit.
Wanneer de kust veilig blijkt, tilt hij gauw zijn pootje op boven de tas en mikt een klein plasje met een boogje precies in het openstaande binnenzakje. Dat zal haar er wel van beletten om hem de komende tijd weer zo irritant te bepotelen!

               Enige tijd later, als Marieke haar telefoon wil controleren op binnengekomen berichtjes, belandt ze met haar hand midden in het lauwwarme plasje. “Gatverdamme, wat is dit!?” roept ze uit. Naïef snuffelt ze aan haar natte hand.

                Een zacht ploffend geluid klinkt vanaf de stoel van Muffie. Verdorie, die stomme staart ook! Waarom laat zijn lichaam hem op dit belangrijke moment nu weer in de steek? Jaïr verslikt zich in zijn koffie en maakt zich met een onverstaanbaar excuus gauw uit de voeten. Alleen zichtbaar voor Muffie steekt hij nog gauw twee duimen omhoog achter de rug van zijn cheffin.

                “Ellendige hond! Heb jij dit gedaan?” vraagt de marketing manager.
Muffie kijkt stoïcijns schuin naar boven. Gewoon rustig stil blijven zitten en wachten tot ze weer wat anders gaan doen was al vaker de juiste tactiek gebleken als de mensen boos op hem leken te zijn.
“Muffie!” hoort hij achter zich. De baas staat in de deuropening van zijn kantoor. “Kom jij eens even heel gauw hier!”

                Met zijn staart tussen zijn benen sjokt Muffie achter zijn baas aan naar binnen. Niet zeker van hoe hij zich een houding moet geven, neemt hij maar vlug de onderdanige positie aan door plat op de grond te gaan liggen voor de voeten van de baas, met zijn blote buikje naar boven.
“Wat moet ik toch met jou, ouwe stinkerd?!” verzucht de baas.
Muffie richt verbaasd zijn blik op naar het gezicht van de baas. Is de baas boos? Waarom laat hij dan zijn tanden zien? Is hij aan het lachen? De baas hurkt en begint Muffie op zijn buikje te aaien. Dat voelt zo lekker dat Muffie ongecontroleerd met zijn poot begint te stamperen. Wat is zijn baas toch een lastig mens. Maar wel zíjn mens.


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

You May Also Like
Verder lezen

Winter lockdown

              Daar gaan we weer, denkt Naomi. Deze winter wederom een lockdown. Geen restaurantbezoekjes, geen feestjes, geen avonden…
Verder lezen